Vlaamse cavia club…
Random header image... Refresh for more!

Aanschaf

“Bezint eer je begint” is nog steeds een prima Vlaams spreekwoord. Al wie met cavia’s wil starten moet zich eerst en vooral een aantal vragen stellen en er correcte antwoorden op geven. Geef eerst maar een antwoord op de vraag: “Waarom wil ik met een cavia of met cavia’s straten?”.  En iedereen weet dat ‘waarom’-vragen niet altijd makkelijk te beantwoorden zijn. Zo moet een beginnend fokker zich afvragen ‘hoeveel tijd heb ik om aan mijn dieren te besteden?’. Wie daar een antwoord op formuleert dat schommelt tussen 15 en 30 minuten per dag, moet er best niet aan beginnen.

Goed om weten is ook, dat cavia’s echte groepsdiertjes zijn. Het lijkt er dan ook op dat diertjes beter gedijen indien ze minstens met twee gehouden worden. Twee beertjes of twee zeugjes, die van in het begin bij elkaar geplaatst worden geven doorgaans geen problemen. Indien eentje pas heel wat later het gezelschap van een ander krijgt, kunnen er zich nogal eens wat ‘discussies’ voordoen. Zeker als de kooi wat klein uitvalt. De eerste heeft dan namelijk al een territorium ingenomen, waarop de andere ook wil plaatsnemen. Ook kan er al eens gevochten worden om de ‘rangorde’ te bepalen: ze willen gewoon weten en tonen wie er de baas is.  Dus liever van in het begin bij elkaar.
Wie opteert om een zeugje en een beertje bij elkaar te plaatsen, moet natuurlijk kunnen aanvaarden dat er kleintjes van komen. Sommigen laten het beertje castreren (normaal kan dat vanaf de leeftijd van een vijftal maanden), maar daar zijn wij geen voorstander van. Laat een zeugje een zeugje zijn en een beertje een beertje. Ook hier weer ‘bezint eer je begint’. Wie één of meerdere zeugjes met een beertje samen laten, moeten goed beseffen dat er kleintjes komen en moeten weten wat ze met die kleintjes gaan doen. Te vaak lezen we in de krant verhalen over cavia’s die in de natuur gedropt worden, omdat hun eigenaars ‘er geen weg meer mee wisten’.

Vooraleer je een cavia koopt, doe je er goed aan om eerst even naar een tentoonstelling te gaan of bij een fokker langs te lopen. Zo weet je onmiddellijk welk ras jou het meest aanspreekt en kan je ook vragen hoeveel werk ‘het onderhoud’ van jouw voorkeursras eist. Langhaarcavia’s springen onmiddellijk in het oog en veroorzaken heel vaak een ‘waw-effect’. Dat overweldigend gevoel verdwijnt heel vaak ook heel snel wanneer de nieuwe cavia-eigenaar de vele zorgen meebeleeft die zo’n langhaar vraagt.